Over het algemeen kan een ondernemer voor de BTW de omzetbelasting die door andere ondernemers ter zake van door hen aan de ondernemer verrichte leveringen en diensten in aftrek brengen, de zogenaamde voorbelasting. Echter is niet alle BTW aftrekbaar. In artikel 15 lid 5 van de Wet op de Omzetbelasting is bijvoorbeeld bepaald dat er geen aftrek plaatsvindt over horecabestedingen. Daarnaast is er een besluit aangenomen die de aftrek van BTW in bepaalde gevallen uitsluit, het zogenaamde BUA: Besluit Uitsluiting Aftrek voorbelasting. Onder meer relatiegeschenken, personeelsvoorzieningen en kosten gemaakt voor de kantine kunnen in bepaalde gevallen uitgesloten zijn van aftrek. Om een en ander te verduidelijken maken we in dit artikel gebruik van een voorbeeld.

Niet aftrekbare BTW (BUA)

Stel u bent ondernemer van onderneming ABC en u heeft 50 medewerkers in dienst. Aangezien onderneming ABC 50 jaar bestaat besluit u een groot feest te geven. U huurt een cateraar in die het eten en drinken verzorgt in een grote feestzaal. De kosten voor het eten en drinken bedragen EUR 6.000 (exclusief BTW). Daarnaast huurt u een bekende artiest in voor EUR 4.000 (exclusief BTW) die voor de muziek zorgt.

Het personeel van onderneming ABC krijgt bovendien een cadeau om het jubileum te vieren ter waarde van EUR 40 (exclusief BTW). U verstrekt de medewerkers bovendien elk jaar een kerstpakket ter waarde van EUR 50 (exclusief BTW).

Tot slot maakt het personeel gebruik van de kantine waar ze tegen een gereduceerd tarief kunnen lunchen. De totale inkopen voor de kantine bedragen EUR 8.000 (exclusief BTW). De omzet van de kantine inclusief BTW bedraagt EUR 6.000.

Wat is voor de BTW de bevoordeling per medewerker in dit betreffende jaar? en welke gevolgen heeft dit voor de BTW aangifte?


Bepalen voordeel voor de BTW

Voor het toepassen van de BUA is het allereerst van belang om de bevoordeling met betrekking tot de personeelskantine te bepalen:

De totale inkopen ad EUR 8.000 dienen te worden verhoogd met een opslag van 25% om de theoretische omzet volgens het BUA te kunnen bepalen oftewel EUR 8.000 * 1,25 = EUR 10.000. Hier dient vervolgens de werkelijk behaalde omzet inclusief BTW van af te worden gehaald oftewel: EUR 10.000 – EUR 6.000 = EUR 4.000. De bevoordeling per medewerker bedraagt: EUR 4.000 / 50 = EUR 80.

De BTW die drukt op de kosten van de cateraar ad EUR 6.000 zijn niet aftrekbaar op grond van art. 15 lid 5 van de wet op de omzetbelasting. Het bedrag van de zanger ad EUR 4.000 moet gedeeld worden door het aantal personeelsleden, omdat dit op grond van het BUA wordt gezien als een personeelsvertrekking: EUR 4.000 / 50 = EUR 80.

Daarnaast moet de bevoordeling met betrekking tot het cadeau en kerstpakket worden meegenomen van respectievelijk EUR 40 en EUR 50. De totale bevoordeling bedraagt derhalve: EUR 80 (kantine) + EUR 80 (artiest) + cadeau (EUR 40) + kerstpakket (EUR 50) = EUR 250.


Gevolgen voor de BTW aangifte

Zoals reeds opgemerkt is de BTW op de horeca-uitgaven ad EUR 6.000 niet aftrekbaar op grond van de Wet op de Omzetbelasting. Op grond van artikel 4 van het BUA geldt een drempel van EUR 227 per medewerker. Indien de bevoordeling uit de kantine samen met de overige bevoordelingen deze drempel overschrijdt moet er een correctie plaatsvinden van 6% over het voordeel uit de kantine. In dit voorbeeld is het bedrag aan bevoordelingen ad EUR 250 hoger dan de drempel ad EUR 227, waardoor er een correctie moet plaatsvinden inzake de kantine van: 6% * EUR 4.000 = EUR 240. Dit bedrag moet worden aangegeven onder 1b (leveringen/diensten belast met laag tarief) in de aangifte.

De overige bevoordelingen bedragen EUR 170 en zijn lager dan de drempel, waardoor er geen correctie op de overige bevoordelingen hoeft plaats te vinden. Zou dit bedrag hoger zijn dan de drempel dan mag de BTW over deze kosten niet in aftrek worden genomen en dient dit eventueel gecorrigeerd te worden in rubriek 5b (voorbelasting) van de aangifte.

Reacties

Leave A Comment

Roel

Fijn artikel, maar...

Toch meer hulp nodig?

Gerelateerde pagina's